
Jurisprudentie
BI1411
Datum uitspraak2009-04-16
Datum gepubliceerd2009-04-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers02/801144-08 [P
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers02/801144-08 [P
Statusgepubliceerd
Indicatie
Betrouwbaarheid verklaringen aangever en verdachte. Het verweer van de verdediging dat de uitslag van het NFI onderzoek past bij de verklaring van verdachte wordt verworpen. De uitslag ondersteunt de lezing van aangeefster. Gelet op de wisselende verklaringen van verdachte worden deze onbetrouwbaar geacht.
Uitspraak
RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 02/801144-08 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 april 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
thans gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda
raadsman mr. Frencken, advocaat te ‘s-Hertogenbosch
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 2 april 2009, waarbij de officier van justitie, mr. De Hollander, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
de 14-jarige [slachtoffer] heeft verkracht door haar te penetreren en zich te laten pijpen danwel ontuchtige handelingen met [slachtoffer] heeft gepleegd.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft verkracht. Zij baseert zich daarbij op de aangifte van [slachtoffer], de verklaringen van de getuigen die [slachtoffer] overstuur en in apathische toestand de klas hebben zien binnenkomen, de onderzoeksbevindingen van het NFI en de eigen verklaringen van verdachte, die ongeloofwaardig kunnen worden geacht.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vraagtekens geplaatst bij de betrouwbaarheid van de aangifte. Daarbij heeft de verdediging gewezen op verschillen tussen de aangifte en de verklaringen van de getuigen. De verdediging heeft in dat kader aangevoerd dat er mogelijk sprake is geweest van beïnvloeding van slachtoffer [slachtoffer] tijdens gesprekken voorafgaande aan het informatieve gesprek en de daaropvolgende aangifte. Voorts ontbreekt er een verslaglegging in de vorm van een proces-verbaal van deze eerdere gesprekken terwijl daarbij verbalisanten aanwezig zijn geweest. Tenslotte kan de uitslag van het DNA-onderzoek zowel een bevestiging zijn van de verklaring van aangeefster als de lezing van verdachte. Van de bij het slachtoffer geconstateerde zeer geringe hoeveelheid sperma in en buiten de vagina is niet vastgesteld dat dit van verdachte afkomstig is. De sperma kan van een andere man zijn geweest en dus staat daarmee niet vast dat verdachte [slachtoffer] heeft gepenetreerd.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
[voornaam] [slachtoffer], geboren op [datum], heeft aangifte gedaan van verkrachting door een, volgens haar, ongeveer 19 jaar oude jongen die ze op een maandagmorgen op 16 juni 2008 had ontmoet op het station in ’s-Hertogenbosch. Zij verklaart dat hij haar op de bank in zijn appartement op haar mond begon te zoenen met zijn tong. Zij wilde weglopen, wegvluchten maar werd door hem bij haar haren vastgepakt en meegesleept naar de slaapkamer. Ze moest zichzelf van hem uitkleden. Ze hoorde hem zeggen dat zij hem moest pijpen en hij deed zijn penis in haar mond. Daarna moest ze een paar minuten met haar billen op zijn penis gaan zitten en bewegen. Vervolgens moest ze op haar knieën met haar rug naar hem toe gaan zitten. Hij heeft zijn penis onbeschermd in haar vagina gestopt en een minuut of 4 heen en weer bewogen. Ze heeft daarbij gezegd dat ze dat niet wilde, maar hij luisterde niet en ging sneller bewegen in haar. Vervolgens moest zij hem wederom pijpen. Na ongeveer 2 minuten heeft hij zijn penis uit haar mond gehaald en kwam hij klaar in haar hals en op haar borstbeen.
De verdediging heeft een aantal verweren gevoerd die –kortgezegd- de betrouwbaarheid van de aangifte bekritiseren. Volgens de rechtbank komt de in het informatieve gesprek afgelegde verklaring van [slachtoffer] overeen met haar aangifte. Ook komen deze verklaringen in grote mate overeen met hetgeen zij op school tegen haar vriendin en leerkracht heeft verklaard. De rechtbank constateert wel dat [slachtoffer] op onderdelen wisselend heeft verklaard. Bij de rechter-commissaris corrigeert ze immers haar eerdere verklaringen en geeft aan dat ze niet is gedwongen om met verdachte mee te gaan en zij geen anale seks met hem heeft gehad. Die wijzigingen geven aan dat zij er niet op uit is verdachte van meer te beschuldigen dan volgens haar is gebeurd. Uiteindelijk blijft er volgens de rechtbank, wat de hoofdlijnen betreft, een verklaring over die consistent en in overeenstemming is met de andere verklaringen. Om die reden verwerpt de rechtbank het verweer van de verdediging en ziet in het licht daarvan geen aanleiding om consequenties te verbinden aan het feit dat van het eerste contact van de verbalisanten met het slachtoffer [slachtoffer] geen proces-verbaal is opgemaakt. Bovendien wordt zowel door de leerkracht als de vriendin van [slachtoffer] gezien dat zij emotioneel is als zij ’s ochtends de klas binnen komt.
[naam docent] is een docente van [voornaam]. Zij zag blijkens haar verklaring [voornaam] [slachtoffer] op 16 juni 2008 in de loop van het tweede lesuur de klas inkomen. Haar gezicht was op dat moment helemaal rood en vlekkerig, zij had waterige ogen en een betraand gezicht. [naam docent] zag dat er iets aan de hand was met [voornaam]. Daarnaast verklaarde [naam docent] dat [voornaam] daarvoor nog nooit ongeoorloofd had verzuimd. Ook [naam] een vriendin van [voornaam] [slachtoffer], verklaarde dat [voornaam] op maandag 16 juni 2008 huilend het klaslokaal binnen kwam en vreselijk begon te huilen. In het toilet vroeg zij aan [voornaam] wat er gebeurd was en zag dat [voornaam] weer begon te huilen. Deze emotionaliteit past bij de verklaring van [voornaam].
Het NFI heeft onderzoek verricht naar de aanwezigheid van sperma in de van [voornaam] [slachtoffer] afgenomen bemonsteringen van haar gezicht, borst en de binnen- en buitenkant van haar vagina. In de bemonsteringen van de buitenkant van de vagina en de vagina inwendig is een aanwijzing verkregen op de aanwezigheid van een zeer geringe hoeveelheid sperma. Bij de bemonsteringen van het gezicht en de borst is sperma aangetroffen dat overeen komt met het DNA-profiel van verdachte.
De verdediging heeft over de uitslag van het DNA-onderzoek aangevoerd dat dit de lezing van verdachte dat hij [slachtoffer] niet heeft gepenetreerd ondersteunt. Volgens de rechtbank past de uitslag van de bemonsterde sporen bij de verklaring van [slachtoffer]. Juist de omstandigheid dat er een geringe hoeveelheid sperma is aangetroffen sluit aan bij de lezing van [slachtoffer] dat zij weliswaar is gepenetreerd door verdachte maar dat hij vervolgens op haar hals en borst is klaargekomen. Deze verklaring van aangeefster acht de rechtbank geloofwaardig. Tegenover deze betrouwbare verklaringen van [slachtoffer] staan wisselende verklaringen van verdachte die door de rechtbank onbetrouwbaar worden geacht. Verdachte heeft aanvankelijk verklaard, nadat hem daaromtrent meerdere malen een vraag was gesteld, dat hij [slachtoffer] alleen heeft gekust maar verder geen seksuele handelingen met haar heeft verricht. Pas nadat hij geconfronteerd is met de bevinding van het NFI dat op het lichaam van [slachtoffer] sperma was gevonden dat van hem afkomstig is, heeft hij zijn verklaring veranderd en heeft hij verklaard dat [slachtoffer] hem slechts heeft afgetrokken, waarna hij is klaargekomen op haar gezicht en borst. De rechtbank acht deze verklaring gelet op de wijze waarop deze tot stand is gekomen en afgezet tegen de verklaring van [slachtoffer] zoals hiervoor beschreven, niet geloofwaardig. Of deze verklaring van verdachte ook kennelijk leugenachtig is, laat de rechtbank in het midden. De rechtbank verwerpt de verweren van de verdediging en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft verkracht.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
primair
op 16 juni 2008 te Waalwijk door geweld of een andere
feitelijkheid [initialen] [slachtoffer] (geb. 24 okt. 1993) heeft gedwongen tot het
ondergaan van handelingen die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van [initialen] [slachtoffer], hebbende verdachtezijn penis in haar vagina gebracht
en op- en neergaande bewegingen gemaakt en/of zijn penis in haar mond gebracht
en [initialen] [slachtoffer] getongzoend en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid
hierin dat verdachte [initialen] [slachtoffer] bij haar haren heeft gepakt en
heeft meegetrokken naar de slaapkamer en vanwege zijn fysieke overwicht en het
leeftijdsverschil en verbaal intimiderend gedrag voor [initialen] [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert op grond van hetgeen zij bewezen acht aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 3 jaar. Zij heeft daarbij gewezen op de ernst van het feit en de omstandigheid dat verdachte in het geheel geen rekening heeft gehouden met de gevoelens van het slachtoffer. Verdachte heeft alleen maar aan zijn eigen behoeftebevrediging gedacht. Alhoewel er op het strafblad van verdachte geen soortgelijke delicten staan, blijkt ook uit de door verdachte in het verleden gepleegde gewelds- en vermogensdelicten dat hij geen rekening houdt met anderen.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft erop gewezen dat het strafblad alleen strafbare feiten van meer dan 5 jaar geleden bevat. Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat de reclasseringsrapportage d.d. 24 december 2008 en de rapportage van Pro Justitia d.d. 24 februari 2009 conclusies bevatten die onjuist zijn en/of op grond van de beperkte expertise van de rapporteur niet gemaakt hadden mogen worden.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van een 14-jarig meisje. Verdachte heeft het meisje op het station ontmoet en vervolgens in zijn auto meegenomen naar zijn huis. Verdachte heeft zich – aldus heeft hij zelf verklaard – al in de auto gerealiseerd dat hij verkeerd bezig was maar heeft daar verder niets mee gedaan. In de woning heeft hij in een sfeer van overmacht waarbij eveneens geweld is gebruikt, verschillende seksuele handelingen met het slachtoffer verricht. Verdachte heeft op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van het slachtoffer geschonden. Het meisje was voor hem een middel om te voorzien in zijn eigen behoeftebevrediging die hij voorop stelde. Daarbij heeft verdachte onbeschermde seks met het meisje gehad. Zonder het gebruik van een condoom, heeft verdachte zijn penis in de vagina en de mond van het meisje gebracht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een zeer ernstig feit dat een aanzienlijke straf rechtvaardigt.
De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie, gelet op de straftoemetingsrichtlijnen voor soortgelijke zaken, te hoog is. Derhalve heeft de rechtbank besloten af te wijken en anders te beslissen. Gelet op de ernst van het feit, de gevolgen hiervan voor het slachtoffer alsmede de persoon van verdachte en zijn strafblad acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden passend en noodzakelijk.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 242 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Verkrachting;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Dit vonnis is gewezen door mr. Kooijman, voorzitter, mr. De Graaf en mr. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Riel, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 16 april 2009.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 juni 2008 te Waalwijk door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [initialen] [slachtoffer] (geb. 24 okt. 1993) heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van [initialen] [slachtoffer], hebbende verdachte
zijn penis in haar vagina gebracht en/of (aldus) op- en neergaande bewegingen
gemaakt en/of zijn penis in haar mond gebracht en/of [initialen] [slachtoffer] getongzoend en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte [initialen] [slachtoffer]
met de bij verdachte in gebruik zijnde (personen)auto heeft overgebracht naar
een haar onbekende locatie en/of [initialen] [slachtoffer] bij haar haren heeft gepakt en/of
heeft meegetrokken naar de slaapkamer en/of [initialen] [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of
vanwege zijn fysieke overwicht en/of het (grote) leeftijdsverschil leeftijd
en/of verbaal intimiderend gedrag (aldus) voor [initialen] [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juni 2008 te Waalwijk, met [initialen] [slachtoffer] (geb. 24 okt.
1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren
had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van [initialen] [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in haar vagina gebracht
en/of (aldus) op- en neergaande bewegingen gemaakt en/of zijn penis in haar
mond gebracht en/of [initialen] [slachtoffer] getongzoend;
art 245 Wetboek van Strafrecht